Tijdens het ontwikkelen van de TESS hanteerde ik jaren lang de werktitel “Het bouwen van een hut, een observatie-instrument om de mate van egosterkte vast te stellen.”
Op een gegeven moment begon dit observatie-instrument steeds vastere vorm te krijgen en was de werktitel wel een hele mond vol. Ik weet nog dat Herman van Boxtel, die vanaf het begin bij het project betrokken was vanuit de Universiteit Utrecht, erop aandrong om maar eens een echte naam te gaan bedenken. Dat vond ik lastig, want hoe noem je nou een geesteskind? Ik wist ook niet zo goed hoe dit aan te pakken en omdat er genoeg andere dingen te doen waren schoof ik het bedenken van een naam almaar voor me uit.
Op een nacht droomde ik dat er een boek uit mijn boekenkast een beetje uitstak en naar voren helde, alsof hij zo de kast uit zou vallen. Op de rug van de omslag stond TESS. Ik pakte het in mijn droom uit de kast en bladerde erin, maar het bleken enkel onbeschreven bladzijden te zijn. Een boek dat wachtte om geschreven te worden.
De andere ochtend stond deze droom nog helder voor mijn geest en zat ik te broeden op de mogelijke betekenis ervan. Wat wilde deze droom mij duidelijk maken? Een naam, nee, De Naam!
Toen het kwartje was gevallen kon ik me niet voorstellen dat ik dit niet gewoon zelf in wakkere toestand had kunnen bedenken, TESS: Tubben Egosterkte Schaal. En laat er nou ook een Barron Egostrength Scale bestaan, een vragenlijst voor volwassenen, die eind jaren vijftig is ontwikkeld en afgekort wordt tot BESS. Dat had mijn droom mooi samengevoegd.
En zeg nou zelf ‘de TESS’ bekt toch veel beter dan ‘het bouwen van een hut, een observatie-instrument om de mate van egosterkte vast te stellen’?
Een interview in het Tijdschrift voor Vaktherapie, jaargang 19 – nummer 2, p 28-30.
Gaan ongetwijfeld volgen!